Tuesday, 8 July 2008

Bonen


De eerste bonen zijn gelegd op konninginnedag, 30 april. Bonen komen eerst goed op bij een temperatuur van ronde de 20 graden. Als het koud en nat is verot de boon vrij snel en is opnieuw leggen nodig. De opkomst kan ook slechts zijn door de aanwezigheid van de bonenvlieg. Het zo vroeg gebruikte ras is blauw van kleur en groeit boven het blader dak uit. Hierdoor is de kans op schimmelvorming door contact met de grond geringer. De donkerblauwe kleur verdwijnt bij het koken.

In de zaadgidsen vind je wel 20 - 30 bonen rassen. Ik kies voor de fijne tot zeer fijne soorten.

Naast de stamslabonen, die aan ongeveer 30 cm hoge struikjes groeien heb je ook stokstambonen, die tot 2 m. hoog langs een stok of net omhoog klimmen. De stokstambonen zijn vaak wat grover dan de fijne stamslabonen soorten.

We kennen ook nog stokbonen. Deze bonen worden via stokken die op een ondelinge afstand van 50 cm in de rij staan geteelt. De afstand tussen de rijen bedraagt 60-70 cm. De stokken worden schuin in de grond gestokken zodat ze elkaar in het midden kruizen. Hier worden ze stevig aan elkaar geknoopt. Een stevige bevestiging is nodig want bij een flinke wind met een goed gegroeid gewas wordt er heel wat kracht op de stokken uitgeoefend. Rond elke stok worden 3-5 bonen gelegd.

Deze stokbonen zijn ongeveer 20 - 25 lang en worden veelal m.b.v. een bonen molentje in dunne plakjes gesneden. Vandaar dat ook wel gesproken wordt van snijbonen.

No comments: