We kennen zomer en winterwortelen. Beide wortelsoorten worden in april gezaaid. Na opkomst worden de wortelplantjes op een gezet d.w.z. bij zomerwortel wordt ongeveer om de 2-3 cm een wortelplant gehandhaafd bij de winterwortel om de 10 cm. Als je heel dun zaaid, dus weinig zaadjes per strekkende cm dan is het op een zetten minder intensief. Het is ook mogelijk om met het dunnen te wachten tot de wortels groter worden en dan die wortels te plukken die het meest andere wortels verdringen. Wel is het zaak om dan al vroeg te beginnen wat resulteert in de oogst van kleine worteltjes. Op de droge grond komt het zaad vaak slecht op en is besproeien, enkele dagen na het zaaien reeds nodig. Wortelen kunnen er niet tegen om in contact te komen met hoge meststofconcentraties. Vooral de kiemplantjes zijn hiervoor gevoeilig
Zomerwortels komen voor als bolvormige (parijse worteltjes) en langgerekte wortelen. Het lijkt erop dat de ronde soort minder last heeft van de aantasting door de wortelvlieg. De vlieg legt in mei eieren aan de wortelhals of kort daarbij. Daaruit ontstaan glanzende, witgele maden. De buitenste bladeren verkleuren en sterven af.
Tuesday, 8 July 2008
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment